Dit onderdeel van onze maandelijkse nieuwsbrief belicht iemand waarmee we recent hebben samengewerkt en die een professionele band heeft met Vlaanderen. Deze maand is het de beurt aan:
An Van Camp, ‘Christopher Brown Curator of Northern European Art’ in het Ashmolean Museum in Oxford
An Van Camp, dank u wel om ons te woord te willen staan. U bent sinds 2015 ‘Christopher Brown Curator of Northern European Art’ in het Ashmolean Museum in Oxford. Kan u ons vertellen hoe u in Oxford bent terecht gekomen en wat uw werk inhoudt?
Als kind maakte ik met mijn familie veel culturele reizen, zoals bijvoorbeeld naar Kreta. Ik was zó gefascineerd door oude talen, dode talen en talen die nog niet ontcijferd waren, dat het al vroeg mijn droom was om conservator te worden en in musea te werken.
Na mijn studies Oude Geschiedenis en vervolgens kunst en archeologie aan de universiteit van Leuven, ben ik naar het VK verhuisd om museumkunde te gaan studeren, wat daar een volwaardige universiteitsstudie is. Ik studeerde aan het University College Londen, een van de beste colleges, maar ook met alle connecties met de musea in Londen. Ik had het geluk stage te mogen lopen in het British Museum, in het Egypt Department.
Nadat ik afstudeerde kwamen er twee jobs vrij in het British Museum: één in het Egyptisch departement, voor 6 maanden, waar de job inhield dat je stukken uit het archief moest scannen. De andere job bood werkzekerheid voor 2 jaar: het catalogiseren van Nederlandse en Vlaamse prenten. Ik heb toen voor de werkzekerheid gekozen. Op het einde van mijn twee jaar was ik helemaal gepassioneerd geraakt door de oude Vlaamse en Nederlandse prenten, en toen de positie van conservator “Dutch and Flemish Drawings and Prints” anderhalf jaar later vrij kwam, heb ik gesolliciteerd. Mijn droom werd werkelijkheid: ik was conservator in mijn favoriete museum, met een van de beste verzamelingen Vlaamse kunst op papier ter wereld!
Na ongeveer vijf jaar als conservator in het British Museum was het tijd voor iets nieuws. Mijn man is ook museumconservator, en we hadden het geluk dat er net op dat moment twee banen vrij kwamen in twee verschillende musea in Oxford. We hebben allebei gesolliciteerd en mochten even later allebei starten! Sinds 2015 ben ik dus de ‘Curator of Northern European Art’ in het Ashmolean Museum of Art and Archaeology aan de universiteit van Oxford. Daar ben ik verantwoordelijk voor de wereldvermaarde verzameling kunst (schilderijen, prenten, tekeningen, sculptuur, ...) uit Vlaanderen, Nederland, en Duitsland.
Ik heb de leukste baan ter wereld! Het is heel gevarieerd. Het grootste deel van mijn tijd gaat naar het ontwerpen en organiseren van tentoonstellingen, waaronder onderzoek, planning, programmering,… en soms moet ik heel de wereld afreizen om over bruiklenen te onderhandelen met topmusea. Daarnaast schrijf ik publicaties, geef ik lezingen, woon conferenties bij, geef rondleidingen voor een heel divers publiek: schoolgroepen, het brede publiek, universiteitsstudenten, sponsors.
Een deel van onze tijd in het museum gaat naar het digitaliseren van de collecties, en daarvoor doen we ook beroep op stagiaires, vrijwilligers en doctoraatsstudenten. Dat is een heel leuk deel van mijn job, want het betekent dat je jonge mensen kan opleiden en hun carrière kan ondersteunen. Het vergt veel tijd, maar het is heel belonend.
Een conservator reist ook veel: als we iets uitlenen aan een ander museum, waar ook ter wereld, dan moeten we dat werk escorteren tot op het moment dat het geïnstalleerd wordt op locatie. Maar ook dit is een heel leuk deel van mijn job: het werk dat we verhuizen komt in een heel andere omgeving terecht voor een nieuw publiek, en dat draagt echt heel veel bij aan ons eigen begrip van de werken, omdat we die nu in een heel andere context kunnen zien.
Is er veel interesse in de oude Vlaamse Meesters in het VK? Kan u een top 3 geven van uw favoriete Vlaamse Meesters die we kunnen bewonderen in het VK en in Vlaanderen?
De Engelsen zijn altijd enorm geïnteresseerd geweest in de Vlaamse cultuur, al sinds de 15e, 16e eeuw. Niet enkel in hoogstaande kunst, maar ook in de nijverheid; denk maar aan de wolwevers die al vanaf de 12e eeuw naar Norfolk en Kent etc verhuisden: zij werden aangetrokken omdat zij zoveel talent bezaten. In de 16e-17e eeuw was de Engelse kunst eigenlijk niet zo heel hoogstaand, en daarom werd veel buitenlands kunsttalent aangetrokken, zoals Pieter Paul Rubens en Anthony van Dyck. Dat was vooral om portretkunst te schilderen, meestal in dienst van de vorstenhoven, maar het ging ook om het afbeelden van mythologische en historische scenes. Kijk ook naar zilverwerk, glasramen…overal in het VK zijn sporen te vinden van Vlaamse kunst.
In de 18e, 19e eeuw braken betere Britse kunstenaars door (denk aan Joshua Reynolds, Thomas Gainsborough, die beiden sterk beïnvloed waren door Van Dyck), maar de interesse door privéverzamelaars in Vlaamse kunst bleef erg groot. Dat is ook één van de redenen waarom er zo weinig Vlaamse kunst in België is, omdat er zoveel is opgekocht door buitenlanders.
Als ik een top 3 zou mogen vermelden:
1. Het zelfportret van Van Dyck, te bezichtigen in de National Gallery
2. De Rubens Landschappen: Zicht op het Steen, te bekijken in de National Gallery, in combinatie met The Rainbow Landscape, te bekijken in de Wallace Collection. Voor beide schilderijen heb je echt geen voorkennis nodig van mythologie of monarchie, je kan gewoon genieten van prachtige Vlaamse landschappen uit de 17e eeuw.
3. Het Arnolfini Portrait, in de National Gallery. Een wereldberoemd schilderij van Jan van Eyck.
In Oxford zou ik aanraden om naar het schilderij ‘The Apotheosis of Germanicus’ van Rubens te gaan kijken. Het is een schilderij van een bewerkte edelsteen (een camee) die de glorificatie van de Romeinse keizer Germanicus afbeeldt. Achter dit werk zit er heel wat geschiedenis: Rubens deed zelf onderzoek naar dit verhaal om meer te weten te komen over de camee die hij ook tekende en schilderde.
We hebben in het Ashmolean ook een prachtig stilleven, gecreëerd door de Antwerpse Clara Peeters in 1612-1613.
Wat maakt de Vlaamse Meesters zo uniek en hoe onderscheiden zij zich van hun tijdgenoten in andere regio’s in Europa?
Vlaamse kunstenaars uit die periode zijn kunstenaars met een grote internationale uitstraling. Ze reisden heel veel, en werden aangetrokken door buitenlandse hoven – niet alleen in het VK, maar ook in Spanje, Frankrijk, en Italië. Vlaamse kunstenaars waren ook niet enkel kunstenaars, ze waren vaak ook diplomaten. Rubens werd bijvoorbeeld dikwijls voor diplomatieke missies ingehuurd. Het waren kunstenaars die ook op politiek vlak heel wat zaken hebben beïnvloed doorheen Europa.
En tegelijk was hun kunst heel populair: alle koningshuizen of rijke mensen wilden Vlaamse kunst kunnen ophangen in hun paleizen. Op die manier hebben de Vlaamse kunstenaars overal een beetje hun stempel kunnen drukken.
Wat hen ook zo bijzonder maakt, is de stijl waarin ze schilderden. Heel veel van onze kunstenaars zijn naar Italië gegaan om hun eigen stijl te perfectioneren. Dat maakte hun kunst uniek omdat hun eigen noordelijke stijl gecombineerd werd met zuidelijke invloeden.
Wat zijn volgens u de grootste verschillen tussen musea en kunstcollecties in het VK en Vlaanderen?
In België is relatief weinig Vlaamse kunst uit de periode van de Vlaamse Meesters overgebleven, en dat is heel jammer. De kunst die hier nog hangt is voornamelijk specifiek gemaakt voor kathedralen en voor kerken. We hebben geen koninklijke of hertogelijke collecties meer die je in andere landen wel hebt, en veel van onze Vlaamse kunst is tegenwoordig te bewonderen in Wenen en Madrid.
Op vlak van musea zelf bestaat er in het VK een ander soort administratief bestuur van musea dan in België. Musea zijn er dikwijls zelfstandiger. Het Ashmolean Museum, waar ik werk, wordt deels door de universiteit betaald, deels door de regering, deels door eigen inkomsten en sponsors. Ik vind dat wij hier in het VK als musea meer op onze eigen benen staan – het is ook zo dat als we sponsors hebben, dat die geen verdere inmenging krijgen in hoe het museum functioneert. Hun naam gaat op het gebouw, of ze worden op een andere manier bedankt, maar ze hebben verder geen invloed.
Hoe verloopt de samenwerking tussen curatoren in Vlaanderen en het VK? Wat gebeurt er zoal in Oxford op het vlak van onderzoek naar en conservatie van Oude Meesters?
Ik heb heel nauwe contacten met collega’s in België. Het feit dat ik zelf Belgisch ben, dat schept een goede band. Het helpt enorm dat je in dezelfde cultuur bent opgegroeid als de kunst waarvan je curator bent. Wanneer ik België bezoek, maak ik er altijd een punt van om musea te gaan bezoeken om projecten te bespreken, met collega’s af te spreken.
Vooral CODART (een internationaal netwerk van curatoren van Vlaamse en Nederlandse kunst) is heel belangrijk. Het is heel verrijkend om met alle Nederlandse en Vlaamse conservatoren 1 maal per jaar samen te komen en ervaringen uit te wisselen. Dat bestaat bij mijn weten niet echt voor Duitse of Italiaanse kunst, bijvoorbeeld. Vlaanderen en Nederland lijken mij veel meer collegiaal!
Op vlak van onderzoek naar Oude Meesters in Oxford zijn we heel trots dat we hier in het Ashmolean Museum onlangs een belangrijke nieuwe aanwinst hebben kunnen doen dankzij het Acceptance-in-Lieu systeem van de Britse overheid (een ongelooflijk waardevol systeem waarbij erfenisbelastingen (deels) kunnen afgelost worden via kunst). Het is een vroeg portret, geschilderd door Anthony van Dyck omstreeks 1619, van een Antwerpse dame, en het is zeldzaam omdat het een full length (‘ten voeten uit’) portret is van een niet-koninklijke, niet-aristocratische vrouw. Het is trouwens een van de twee delen van een huwelijksportret: de vrouw hangt nu in Oxford, terwijl de man al jaren in het KMSKA in Antwerpen thuishoort.
Andere projecten die lopen zijn het catalogiseren en digitaliseren van honderdduizenden prenten, waarvan vele uit Vlaanderen en Nederland. Zo hebben we bijvoorbeeld de Francis Douce collectie, een verzameling van honderden dozen waarbij alles gerangschikt is volgens thema; deze collectie biedt ons een geweldige doorsnede van prentkunst doorheen de tijd, van de 15e eeuw tot Douces dood in 1834. Vrijwilligers scannen en catalogiseren portretprenten, geschonken door Frederick William Hope, zowel in het museum als online. Eens we die afbeeldingen digitaal hebben gemaakt, kunnen we er via gespecialiseerde software allerhande interessante informatie uit halen.
Verder houd ik me ook bezig met het opnieuw opstellen van een bestandscatalogus van de Vlaamse en Nederlandse tekeningen in onze collectie, die niet meer gepubliceerd zijn sinds 1938.
In de verre toekomst zou ik graag een tentoonstelling organiseren over Belgisch symbolisme uit de periode 1880 tot 1910. Hopelijk lukt het ons om dat binnen de komende vijf jaar te doen.
Zijn er toekomstige tentoonstellingen in het VK waarop u ons attent zou willen maken? Zijn er online mogelijkheden om kunst te ervaren?
Ik zou iedereen willen aanraden om zeker en vast naar de Rubens Landscapes te gaan kijken, vooral omdat die minder bekend zijn in eigen land. Een deel daarvan hangt in de Wallace Collection, het andere deel in de National Gallery. In december opent hier in Oxford, in de Weston Library (onderdeel van de Bodeian Libraries), een tentoonstelling in het kader van North Sea Crossings, een project dat focust op het literair erfgoed ontstaan uit middeleeuwse en vroegmoderne uitwisselingen tussen Engeland en de Lage Landen.
Online kan ik jullie zeker en vast het Amsterdamse Rijksmuseum aanbevelen, waar je bijvoorbeeld in heel hoge definitie kan inzoomen op de Nachtwacht van Rembrandt. Je kan er inzoomen op elke penseelstreek, je kan er toevoegingen aan het schilderij zien, je kan er zien hoe het origineel eruit zou gezien hebben, enzovoort. Het is een heel interessante manier om dit schilderij te bekijken.
Verder bieden veel musea tegenwoordig video’s en virtuele rondleidingen aan van hun collecties en tentoonstellingen, waarmee je toch van kunst kan genieten zonder op locatie te hoeven gaan. Je kan bijvoorbeeld online naar onze eigen tentoonstelling Young Rembrandt komen kijken, die ik in 2020 organiseerde.
September is een belangrijke maand voor kunst met vele kunstbeurzen (bvb Frieze Art Fair, Frieze Masters,..) die plaatsvinden. Londen telt ook belangrijke veilinghuizen zoals Christie’s en Sotheby’s en neemt een prominente plaats in op de wereldwijde kunstmarkt. Heeft brexit de kunstmarkt beïnvloed en brengt het deze positie in gevaar, denkt u?
Misschien is het nog iets te vroeg om dat te beoordelen. De combinatie van covid en lockdown heeft heel veel zaken in de war gestuurd. Vanuit persoonlijk standpunt kan ik echter wel zeggen dat ik denk dat het moeilijker zal worden om internationaal te kopen, omdat Britse kopers nu altijd invoerbelasting zullen moeten betalen op hun aankopen uit de EU. Dat percentage kan heel hoog oplopen, en dat maakt aankopen in het VK een stuk moeilijker.
Omgekeerd, voor verkoop van kunst in Engeland , is er voor Engelse handelaars en veilinghuizen minder aantrek van Europese kopers omdat die op hun beurt nu ook invoertaksen moeten betalen. Dit alles zou de markt kunnen doen vertragen of inkrimpen.
Misschien krijgen musea dan meer de kans om binnen het VK meer kunst aan te kopen, omdat er minder concurrentie van buitenaf zou zijn,maar het is wellicht nog te vroeg om te beoordelen.
Wat zijn uw favoriete steden en musea in Vlaanderen en Brussel en wat zou uw tip zijn aan onze Britse vrienden voor een bezoek aan Vlaanderen en Brussel? En omgekeerd : uw tips voor Vlamingen die het VK komen bezoeken?
Ik ben een rasechte Antwerpenaar! Antwerpen is geweldig want het is een stad die van alles wat te bieden heeft: cultuur, architectuur, mode, juwelen, de Zoo, stadsparken, de Schelde, restaurants, caféetjes,… Een stad gelegen aan water is zoveel meer atmosferisch: in Antwerpen zijn nu de dokken en de kaaien gerenoveerd en daar vind je bu bijvoorbeeld het Museum aan de Stroom (MAS), het Red Star Line Museum, het Eugeen Van Mieghem Museum,...
Het Plantin-Moretusmuseum in Antwerpen vind ik het allerleukste museum ter wereld! Christoffel Plantijn vestigde zich er in de 16e eeuw zich, en je ziet er vandaag nog een aantal originele drukpersen, de binnenkoer, allemaal zoals het er honderden jaren geleden uit zag. Het is een heel didactisch museum: je kan er alles leren over prenten maken, boeken drukken, boeken binden, boeken maken en verkopen.
Voor het VK kan ik niet anders dan Oxford aanbevelen. Je kan de stad makkelijk op één of twee dagen verkennen. Er zijn heel gevarieerde musea over kunst en cultuur. Je hebt er ook het Natural History Museum en het Pitt Rivers museum (waarvan de directrice trouwens ook een Antwerpse is!). Het Pitt Rivers museum is uniek ter wereld, met een ongelofelijke etnografische verzameling in de meest originele opstelling, en ik raad het aan iedereen aan. Je kan in Oxford prachtige wandelingen maken door de oude universiteitsgebouwen en ook “punten”: boottochtjes maken op de twee rivieren die door Oxford stromen, in die typische houten platte bootjes die je met een stok voortduwt door het water.
Tenslotte, om de nostalgie te voeden… U woont en werkt al even in Oxford. Wat mist u het meest uit Vlaanderen?
Mijn familie! En los daarvan, de terrasjescultuur in Antwerpen en in België. Ik mis de openluchtcultuur na het werk, waar je iets gaat drinken met vrienden op een terras in de stad. Hier bestaat dit niet echt, ik heb de indruk dat Britten liever binnen zitten in een donkere kroeg.
En niet te vergeten, wat ik ook geweldig mis: mosselen met frietjes, mosselsaus en mayonaise!
An Van Camp, nogmaals hartelijk bedankt voor uw tijd!